In zijn jonge jaren was Pieter Dupont vooral bekend om zijn Amsterdamse stadsgezichten, waarin een zekere invloed van G.H. Breitner doorklinkt. In 1896 trok hij naar Parijs, waar zijn vriend Martin Monnickendam al woonde, en wijdde zich vervolgens vrijwel geheel aan de etskunst. Vele van de stadsgezichten die hij daar maakte waren een aanklacht tegen de erbarmelijke omstandigheden waarin de minderbedeelden in Parijs rond de eeuwwisseling leefden. Zijn roem als graficus en zijn vernieuwende artistieke ideeën leidden in 1903 tot zijn benoeming tot hoogleraar grafische kunsten aan de Rijksacademie in Amsterdam.