Piet Mondriaan wordt als een van de pioniers van de abstracte kunst tot de meest invloedrijke kunstenaars van zijn tijd gerekend. Maar voordat hij zijn unieke signatuur ontdekte, maakte hij tijdens zijn carrière een drastische stijlontwikkeling door. Mondriaan begon zijn kunstenaarscarrière met impressionistische schilderijen, waarna hij zich ontwikkelde in het symbolisme en kubisme. Uiteindelijk resulteerden zijn opvattingen over kunst in een abstracte vorm van schilderkunst waarin hij, vanaf 1925, de natuur in abstracte horizontale en verticale lijnen en kleurvlakken weergaf.
Geboren in Amersfoort verhuist hij op achtjarige leeftijd naar Winterswijk, waar zijn vader hoofdonderwijzer wordt aan de Christelijke School. In het gezin speelde het christelijke gedachtegoed een belangrijke rol die weerspiegeld wordt in Mondriaans haast devote toewijding om het ideaal van volmaakte zuiverheid, harmonie en soberheid te bereiken in zijn werk.
Mondriaan doorloopt de lagere school, twee jaar middelbare school en behaalt de akte Lager en Middelbaar Onderwijs Handtekenen. Tussendoor krijgt hij ook nog les van zijn oom Frits Mondriaan. In 1892 verhuist hij naar Amsterdam om de opleiding schilderkunst te volgen aan de Rijksacademie. Hij wordt er lid van kunstenaarsvereniging Arti et Amicitiae en Sint Lucas, waarmee hij toegang krijgt tot het officiële expositiecircuit. Deze jaren worden gekenmerkt door hard werken om in zijn onderhoud te kunnen voorzien en talloze verhuizingen.
Mondriaans vroege werk in de jaren net voor de eeuwwisseling, bestaat uit landschappen in de traditie van de Haagse en Amsterdamse School. Rond zijn dertigste krijgt hij belangstelling voor geometrische grondvormen. Zijn filosofie is dat deze vormentaal de basis is van alles, ondanks dat deze in de natuur nooit als zodanig voorkomt. Hij verdiept zich in de leer van de theosofie en wordt in 1908 lid van de Theosofische Vereniging. In Domburg maakt hij kennis met Jan Toorop, die zijn interesse aanwakkert in het symbolisme. Hij schildert vrouwenportretten en bloemen – zijn drieluik Evolutie is een duidelijke afspiegeling van zijn theosofische gedachten en verbeeldt de drie stadia van het spirituele ontwaken.
Tussen 1900 en 1911 schildert hij in de omgeving van Abcoude een reeks landschappen met molens in de omgeving van de rivier het Gein. In deze landschappen concentreert hij zich steeds intensiever op de werking van het licht, van zon of maan. De composities worden geleidelijk aan steeds gedurfder: ‘afgesneden’ molens en een sterke versobering van de compositie met horizontalen en verticalen. Zijn stijl ontwikkelt zich in deze jaren van naturalistisch-impressionistisch tot pre-luministisch. Onder invloed van het werk van onder anderen Jan Sluijters verandert zijn coloriet in een krachtig, uiteindelijk bijna fauvistisch kleurengamma. De werken die ontstaan in het eerste decennium van de 20e eeuw zijn belangrijk geweest voor de verdere ontwikkeling van zijn kunstenaarschap, omdat ze mede een opmaat zijn voor zijn vernieuwende geometrisch-abstracte kunst. Mondriaan maakt zich langzamerhand los van de zichtbare werkelijkheid en experimenteert met kleuren, beeldopbouw en vereenvoudiging van vormen.
Van 1911 tot 1914 woont en werkt Mondriaan in Parijs waar hij kennis maakt met de experimenterende avant-garde en zijn naam onmiddellijk in Mondrian verandert. Hij voelt enorme bewondering voor de brutaliteit van het fauvisme van kunstenaars als Henri Matisse en Kees Van Dongen. Maar nog sterker voelt hij zich aangetrokken tot het kubisme van Picasso en Fernand Léger, die zijn werk sterk beïnvloeden. In augustus 1914, als de Eerste Wereldoorlog uitbreekt is Mondriaan in Nederland en kan hij niet terug keren naar Parijs. Maar de ontwikkeling van zijn werk gaat voort in het contact met Theo van Doesburg en Bart van der Leck die hem uitnodigen bij te dragen aan een nieuw kunsttijdschrift, De Stijl, dat in 1917 wordt opgericht. De kunstenaars die zich aansloten bij De Stijl zochten naar manieren om een zo groot mogelijke harmonie en universaliteit in de kunst na te streven, wat alleen te bereiken zou zijn door gebruik van geometrische vormen. De vormentaal beperkte zich tot rechthoeken, vierkanten en lijnen in de primaire kleuren rood, geel en blauw, aangevuld met wit, grijs en zwart. Mondriaan publiceert enkele artikelen en introduceert daarin de term neoplasticisme. Tegelijkertijd voegt hij de daad bij het woord en vanaf 1917 verdwijnt elk naturalisme uit zijn werk en langzamerhand ook elke beweging en diepte.
In 1919 keert Mondriaan weer terug naar Parijs, waar hij zich richt op de principes van de Nieuwe Beelding ofwel neoplasticisme. Hij breekt met Van Doesburg die blijft vasthouden aan secundaire kleuren en Mondriaan borduurt voort op de ruitvormige doeken die hij al in Nederland maakte.
Met zijn composities van primaire kleuren, horizontale en verticale lijnen en egale kleurvlakken wil hij een gevoel van harmonie oproepen, dat verbonden is met het grotere kosmische evenwicht. Hij wil absolute ‘schoonheid’ creëren. Vanaf 1921 verschijnen de bekende brede zwarte lijnen in zijn werk, die de rechthoekige en vierkante vlakken van de composities begrenzen. Zijn meest bekende werken, composities in rood, geel en blauw met horizontale en verticale lijnen verschijnen vanaf 1925.
Zoals vele Europese kunstenaars vertrekt Mondriaan vlak voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog in 1940 naar New York. Daar wordt hij geïnspireerd door de jazz en boogie woogie muziek en blijft nieuwe ideeën ontwikkelen. Zijn laatste schilderij, de beroemde Victory Boogie Woogie dat hij in 1944 maakt, is speelser van opzet dan de laatste strenge werken die hij in Europa maakte. Het bestaat uit gekleurde blokjes – in lijn met zijn laatste gedachtegang dat een geschilderde lijn niet wezenlijk verschilt van een geschilderd vlak. Jammer genoeg heeft hij deze laatste gedachterichting niet verder kunnen uitbouwen. Op 1 februari 1944 sterft hij aan een longontsteking en laat het doek onvoltooid achter.
Het oeuvre van Mondriaan met zijn haast lineaire stilistische ontwikkeling heeft tot een revolutie in de schilderkunst geleid. Hij geldt als een van de pioniers van de pure abstracte schilderkunst, de richting die de avant-garde uit de laatste fase van de moderne kunst in sloeg.