Pier van Ierssel leerde het vak van Dio Rovers en Gerrit de Morée, twee kunstenaars die met ook Jan Strube aan de basis stonden van de Bredasche Kunstkring die na verloop van tijd zou overgaan in de Kunstacademie St. Joost. Van Ierssel, die zich vooral in het Noord-Brabantse kunstleven bewoog, maakte schilderijen en monumentale wandschilderingen en was verder tekenaar en illustrator. In 1948 nam van Ierssel deel aan de zomertentoonstelling van Jeroen Bosch in Concordia, Breda. Een recensent van de Stem was goed te spreken over zijn werk, hij beschreef het werk als vaardig en kunstzinnig en het beroerde de toeschouwer zonder hem ermee te vermoeien.