Petrus Gerardus Vertin (1819-1893) kreeg zijn opleiding aan de Akademie voor Beeldende Kunsten van Den Haag, waardoor zijn werk gerekend wordt tot de Haagse romantiek. Hij woonde en werkte gedurende zijn leven hoofdzakelijk in de Hofstad, waar hij zijn inspiratie vond in de pittoreske Hollandse stadsgezichten en straatjes. Hij beeldde ze uit bij zomer en winter, met prachtige lichteffecten en een herkenbaar kleurpalet. Bijzondere aandacht had hij voor de weerkaatsing van het licht op besneeuwde daken, kozijnen en stoepjes.
Zo nu en dan liet hij zijn werk stofferen door zijn vrienden Charles Rochussen, J.F. Hoppenbrouwers en S.L. Verveer, zoals schilders dat wel vaker deden in die tijd. Soms is zijn werk topografisch, maar meestal koos Vertin voor composities van fantasiebeelden, met een enkel herkenbaar gebouw of een deel van een kerk afgebeeld.