Otto Thiele schilderde bij voorkeur het stadsleven in zijn woonplaats Berlijn: de havens, drukbevolkte warenhuizen, de oevers van de Spree, de Siemens-fabrieken en vooral de overdekte markthallen. Berlijn telde rond 1890 veertien van deze bouwwerken van ijzer en glas, die als een noviteit golden. Thiele werd opgeleid aan de academie van Berlijn en kreeg les van o.a. Lovis Corinth. Hij schilderde ook landschappen, vooral tijdens reizen door Noorwegen, Holland, Italië en Spanje. In de Tweede Wereldoorlog ging veel van zijn werk verloren.