De in Berlijn geboren Max Liebermann was de belangrijkste en invloedrijkste Duitse kunstenaar rond 1900. Samen met Lovis Corinth en Max Slevogt vormde hij het leidende driemanschap van het Duitse impressionisme. Na zijn opleiding aan de academie in Weimar trok Liebermann naar Parijs, aangetrokken door de nieuwe landschapsschilderkunst van de School van Barbizon. Hier bestudeerde hij ook voor het eerst de 17e-eeuwse Hollandse meesters. ‘In künstlerischer Beziehung ist mein Ideal Holland mit seinen alten Meister geblieben’, schreef hij eens. In 1871 bezocht hij Nederland voor het eerst en daarna kwam hij hier tot 1914 bijna elk jaar. Met name de Noordzeekust, in het bijzonder Katwijk en Scheveningen, trok hem. Tot van 1884 tot 1900 kwam hij ook vaak in Laren. Liebermann ontwikkelde een bijzondere vriendschap met Jozef Israels, een van de coryfeeën van de Haagse school. Liebermann schilderde het alledaagse, zware bestaan van arbeiders, boeren en vissers, maar vanaf ca. 1900 speelden taferelen uit de bourgeoisie de boventoon: mondaine strandtaferelen, portretten, stadsparken en terrassen. Liebermann ontving vele onderscheidingen en was lid van een aantal invloedrijke Duitse kunstenaarsverenigingen, met als belangrijkste zijn presidentschap, van 1899 tot 1911, van de in 1898 opgerichte Berliner Secession.