De schilder-dichter Laurens van Kuik was in 1917 een van de oprichters van de Rotterdamse avant-gardistische kunstenaarsfederatie De Branding. Zijn artistieke opvattingen waren een mengeling van theosofie en psychologie: het kunstwerk diende afgeleid te zijn van beelden uit het onderbewustzijn. Het resultaat noemde hij zelf transcendentaal realisme. Dit had een opzienbarend oeuvre tot gevolg. Van Kuik werd in zijn tijd echter nauwelijks begrepen. Daarom ging hij na 1918 over tot meer traditionele onderwerpen als stillevens en landschappen. In 1927 vertrok hij naar Parijs maar keerde na vijf jaar terug in Nederland met achterlating van al zijn werk, dat daarna verloren ging. Na een inzinking startte hij in 1945 opnieuw in zijn geheel eigen, raadselachtig idioom.