De in 1880 geboren Duits-Amerikaanse schilder Josef Albers studeerde in Berlijn, Essen, München en aan het beroemde Bauhaus instituut in Weimar (vanaf 1920), waar hij vijf jaar later leraar werd. In 1933 emigreerde Albers naar de Verenigde Staten. Als docent aan het Black Mountain College - met als studenten Willem de Kooning, Robert Rauschenberg en Robert Motherwell – en als directeur van de Yale School of Art (1950-1958) sloeg hij een brug tussen de geometrische abstractie en Post Painterly Abstraction. Ook hadden zijn werk en theorieën invloed op de ontwikkeling van de Op Art. Het bekendst werd Albers met zijn ‘Hommage to the Square’, een serie schilderijen en litho’s, waarmee hij in 1949 begon. Centraal hierin stond de esthetische ervaring die wordt opgeroepen door de interactie van tegen elkaar geplaatste kleuren, in de vorm van vierkanten in allerlei variaties. Daarbij maakt Albers gebruik van het gegeven dat chromatisch dicht bij elkaar gelegen kleuren de illusie geven van een derde kleur. Hij arrangeert zijn kleurvlakken zo, dat het lijkt of de vlakken loskomen van hun ondergrond en in de picturale ruimte gaan zweven, zonder beschrijvende en emotionele connotaties.