Hermanus Koekkoek sr, de jongste zoon van marineschilder Johannes Hermanus, volgde zijn vader als zeeschilder op toen zijn oudere broer Johannes in 1831 overleed. In 1832 kon men voor het eerst een ‘woelend water’ van hem zien op de Tentoonstelling van Leevende Meesters in Amsterdam, en hieruit bleek dat zijn linkshandigheid zijn talent niet in de weg stond. Hermanus sr werd in Middelburg geboren, woonde daarna in Durgerdam aan de Zuiderzee, en verhuisde vervolgens in 1832 of 1833 naar Amsterdam. Daar beleefde hij gedurende vijftig jaar een zeer succesvolle carrière als schilder van zee-, strand- en riviergezichten. Schepen bij stormachtig weer, op kabbelende golfjes of op spiegelglad water waren zijn specialiteit. Daarnaast schilderde hij enkele boomrijke landschappen. In het werk van Hermanus is invloed van vader Johannes Hermanus aanwijsbaar in de gedetailleerde weergave van de vaartuigen, de karaktervolle tekening van het water en de levendige, verhalende stoffering. Met fijne penseelstreek en hetzelfde oog voor detail schilderde hij het dagelijkse leven van het vissersvolk op de schepen. Kopers hielden in die tijd van zulke realistische details. Evenals zijn vader verkocht hij veel werk naar het buitenland, vooral naar Engeland, waar zijn zoon Hermanus jr. in Londen een kunsthandel dreef. Behalve in de Zeeuwse wateren vond de schilder ook inspiratie in en rond de Zuiderzee, het huidige IJsselmeer, dat destijds drukbevaren werd door beroepsschepen en een heel andere aanblik bood dan nu.
Koekkoeks zonen Hermanus jr., Willem, Johannes H.B. en Barend Hendrik (H.B.) zetten de schilderstraditie voort. Zij werden allen opgeleid door hun vader. Behalve aan zijn zonen gaf Hermanus Koekkoek ook les aan de marineschilder Willem Gruijter jr.