De Hagenaar Geer van Velde zwerft in zijn jonge jaren al veel in de natuur rondom zijn geboortestad om er te schetsen en tekenen. Na de lagere school gaat hij met zijn oudere broer Bram, later ook kunstschilder, in de leer bij een schilders- en decoratieatelier. Daar worden de leerlingen gestimuleerd hun tekentalent te ontwikkelen; ze worden betrokken bij de restauratie van schilderijen van oude meesters en onderwezen in de kleurenleer. In de werken van de oude meesters wordt Van Velde vooral aangetrokken door het spel met licht, wat in zijn latere werk ook de boventoon zou voeren. Als van Velde 1925 samen met zijn broer naar Parijs trekt, zoals veel van de jonge schilders in die tijd deden, werkt hij in een expressionistische stijl en schildert hij in een veelkleurig palet figuren van mens en dier. Onder invloed van schilders als Mondriaan, Le Corbusier, Fernand Leger, Kandinsky en Paul Klee verandert zijn stijl met de jaren van figuratief naar lyrisch-abstract. De definitieve, radicale verandering zet in als hij in 1938 naar het Zuidfranse Cagnes-sur-Mer- verhuist. Daar laat hij de figuratie achter zich en ontwikkelt, onder invloed van het licht dat hij daar waarneemt, een heel eigen abstracte beeldtaal waarin hij lijnen en geometrische vlakken in matte tinten in een uitgewogen compositie probeert weer te geven. Hij heeft daarvoor een speciale manier van werken. Het schilderdoek prepareerde hij met verschillende lagen van zinkwit en monteerde het vervolgens het op een houten plank. Dan tekende hij in lijnen de compositie met houtskool, die zich vervolgens mengde met het zinkwit. Vervolgens werd de olie met krantenpapier uit de ontstane bovenlaag getrokken. Pas dan bracht hij de kleuren en vlakken in olieverf aan. Als dit droog was, schuurde hij de verflaag met puimsteen af, waarna er weer overheen geschilderd werd. Totdat eindelijk de verfhuid van het ontstane schilderij mat was en niet het licht direct weerkaatste, maar het opnam, waardoor diverse kleurintensiteiten voor het oog zichtbaar werden. Van Velde was bevriend met onder meer Pierre Bonnard die hem in contact brengt met de later beroemde galeriehouder Maeght in Parijs die zijn werk tentoonstelt in 1946, 1948 en 1952. Via een andere vriend, de Ierse toneelschrijver Samuel Beckett, krijgt Van Velde een aanbod om te exposeren in de galerie van Peggy Guggenheim in Londen, waar zij werk van hem aankoopt. Van Velde zou tot aan zijn dood in 1977 in Frankrijk blijven wonen en wordt beschouwd als een pionier van de abstracte kunst in Europa wiens werk van blijvende invloed is geweest.