Constant Artz schilderde het Hollandse landschap met wilgen en molens, maar werd vooral bekend om zijn watergezichten met eenden in al hun doen en laten. Dit motief schilderde en aquarelleerde hij op talloze manieren, waarbij hij zich een zeer goede waarnemer van de natuur toonde. Hij werd als zoon van de Haagse-Schoolschilder D.A.C. Artz geboren in Parijs, waar zijn vader studeerde bij Gustave Courbet. Toen Constant 4 jaar was verhuisde het gezin in 1874 terug naar Nederland. Al vroeg ontdekte vader Artz het kunstzinnige talent van zijn zoon en schreef hem in 1882 in op de Haagse Akademie. In 1899 kreeg Constant een plek op het atelier van Tony Offermans, een typische Haagse schilder wiens werk in het verlengde lag van dat van Jozef Israëls. De Hollandse variant van het impressionisme kreeg Constant met de paplepel ingegoten.
In huiselijke kring maakte hij kennis met de schildervrienden van zijn vader, Jacob en Matthijs Maris en ook Willem Mesdag die hem raadgevingen gaf. Maar het was Willem Maris die zich het meest interesseerde voor het werk van Artz, hem veel aanwijzingen gaf en zijn grote voorbeeld werd. Onder de invloed van Maris specialiseerde Artz zich in het schilderen van eendenfamilies in al hun doen en laten, het thema dat hij zijn verdere leven eigenlijk niet meer zou loslaten. De landschappen die hij schilderde, vaak met molens, en ook marines zijn weinig bekend. Hij schilderde ze en plein air, geboeid als hij was door de natuur, net als zijn vader. Echt bekend zou hij worden – en blijven – met zijn eendenschilderijen die hij in een vlotte, impressionistische toets schilderde. In tegenstelling tot het werk van Maris zijn ze kleiner van formaat en is de penseelstreek wat minder robuust. Maar de overeenkomst tussen beide schilders is het spel van licht en schaduw. Artz wist eindeloze combinaties te maken binnen zijn thema; composities van eenden in het gras, naast de slootkant, met bomen en eenden in close-up of verder in het verschiet, het zonlicht op de moedereend of juist haar kuikens.
Ondanks dat de aandacht voor de Haagsche School en zijn navolgers na 1930 wat verslapte bleef Constant Artz een publiekslieveling –de schilder van de vriendelijke en zonnige tafereeltjes met een moedereend met jongen in het water of aan de slootkant. Tijdens de oorlogsperiode kon hij zelfs zijn familie onderhouden door schilderijen te ruilen voor voedsel. Tijdens de laatste jaren van zijn leven liep zijn gezichtsvermogen sterk achteruit, wat resulteerde in een breder opgezette impressionistische manier van schilderen. Artz overleed op 80-jarige leeftijd te Soest, waar hij, naast een periode van vijf jaar in Katwijk aan Zee, sinds jaren woonde.