Co Westerik werd opgeleid aan de academie in Den Haag. Zijn talent werd al snel opgemerkt. In 1951 kreeg hij de Jacob-Marisprijs voor het schilderij ‘De Visvrouw’. De onderscheiding van dit realistische werk oogstte veel kritiek: de abstractie vierde hoogtij. Ondanks deze non-figuratieve bovenstroom kreeg hij een jaar later nog een prestigieuze prijs: de Koninklijke Subsidie voor de Schilderkunst. De mens is het centrale thema in Westeriks werk, de mens in al zijn levensfases. Westerik is een scherp observator die zijn figuren groot neerzet tegen een vaak eenvoudige achtergrond. Door zijn onderwerp ‘op te blazen’ tracht de kunstenaar dichter bij de essentie te komen van wat hem raakte. Niet zelden ontstaat hierdoor een enigszins beladen en vervreemdende sfeer. Het is realisme met een vleugje surrealisme.