Bernard de Hoog is vooral bekend geworden als schilder van stemmige Hollandse boereninterieurs, een genre dat vooral na 1880 in ons land zeer populair werd. Hij woonde en werkte in Amsterdam totdat hij in 1899 verhuisde naar Laren, waar hij kennis maakte met het werk van schilders als Albert Neuhuys, Hendrik Kever en Evert Pieters. In zijn interieurs legt De Hoog over het algemeen de nadruk op de figuren, meestal moeders en kinderen, die in het rustig voortgaan met hun dagelijkse bezigheden het toonbeeld zijn van een sereen, huiselijk geluk. Na 1924, toen hij in Den Haag woonde, schilderde De Hoog ook het vissersleven en zo nu en dan een landschap met vee. Veel van zijn werk werd gekocht door verzamelaars in Amerika, Canada en Engeland.