Arina Hugenholtz stond bekend als de ‘grande dame’ van de Larense schildersbent, waarbij ze de schakel was tussen de oude en jongere generatie schilders. Ze schilderde impressionistische Gooische landschappen, bosgezichten en heide met schapen, vriendelijke dorpsbeelden, kinderen en weelderige stillevens. De schilderes woonde tot 1878 in Amsterdam, waar ze samen met Wally Moes als een van de eerste vrouwen studeerde aan de Rijksacademie. Daarna verhuisde ze naar Den Haag, van waaruit ze veel schilderde in Katwijk en Scheveningen. Op aanraden van haar leermeester Anton Mauve ging ze in 1885 naar Laren, om zich daar blijvend te vestigen.